Waarvoor dient de schuilhut?
De schuilhut dient als verblijfplaats voor de lokganzen en als schuilplaats voor de ganzenvanger. Tijdens een vangactie worden er een aantal lokganzen vanuit de schuilhut losgelaten die getraind zijn om naar de vangplaats te vliegen om zo overvliegende wilde soortgenoten aan de grond te lokken. Een vangactie moet in alle rust plaatsvinden. Iedere verstoring kan de wilde ganzen schrik aanjagen. De ganzenvanger houdt zich tijdens een vangactie dan ook ‘schuil’ in de hut zodat de wilde ganzen hem niet kunnen zien. Hieronder leest u de uitgebreide informatie over het doel.
Om wilde ganzen te kunnen vangen moeten ze eerst naar de grond gelokt worden, waarbij er absolute rust noodzakelijk is. De schuilhut dient in de eerste plaats dan ook als schuilplaats voor de ganzenvanger, zodat overvliegende of aan de grond gelokte wilde ganzen de ganzenvanger niet kunnen opmerken. In de schuilhut verblijven ook een groot gedeelte van de tamme lokganzen. Een schuilhut bestond vroeger uit een paar rietschermen die de ganzenvanger zelf maakte van riet en wilgentakken. De schuilhut bestreek een ruimte van niet groter dan enkele vierkante meters en was over de hele oppervlakte open aan de bovenkant. De hoogte was afhankelijk van de lengte van de ganzenvanger; hij moest als hij recht op stond net over de rand kunnen kijken. Tegenwoordig hebben bijna alle schuilhutten ook een overdekt gedeelte van hout, damwand of golfplaten. In het overdekte gedeelte worden o.a. de ringspullen, de weegschaal en de meetspullen bewaard voor het ringen en het biometrisch onderzoek aan de gevangen wilde ganzen. Nog vrij recent zijn er ook enkel verrijdbare schuilhutten op een onderstel met wielen gebouwd.
Wat een laffe manier. En dan ook nog werken met tamme lokganzen.