Waar en wanneer bouwt de ganzenvanger zijn schuilhut op?
De ganzenvanger bouwt in oktober of november, als de trek van wilde ganzen op gang komt, zijn schuilhut op in een uitgestrekt weidegebied. De schuilhut blijft daar tot het einde van het vangseizoen tot in maart staan. Vervolgens graaft hij de slagnetten in, die vaak parallel op een meter of vijf langs een sloot opgesteld worden. Hieronder leest u de uitgebreide informatie over het begin van het vangseizoen.
Een ganzenvanger besteed veel zorg aan het uitzoeken van een geschikte vangplaats. Deze moet aan vele eisen voldoen. Allereerst is het van belang dat de vangplaats langs een trekroute van overwinterende ganzen is gelegen. Alleen weidegrond is eigenlijk geschikt voor dit type vangsysteem. Het beste kan het weidegebied waar de vanginstallatie opgesteld wordt zo uitgestrekt mogelijk zijn. Dat trekt ganzen aan. Daarnaast is rust op en in de wijde omtrek van de vangplaats een belangrijke factor. Verstoring is één van de grootste negatieve factoren waar ganzenvangers mee te maken krijgen. Te dicht bij een boerderij of te kort langs een weg of wandelpad levert te veel verstoring tijdens de vangst op. Ook sportvliegtuigjes, milieuvluchten, militaire vluchten met helikopters of straaljagers zijn er vaak de oorzaak van dat aan de grond gelokte wilde ganzen verstoord worden en niet meer gevangen kunnen worden. Het beste kan de vanginstallatie ingegraven worden op een plaats die bestaat uit jong en mals gras. De locatie moet er voor overvliegende wilde ganzen aantrekkelijk genoeg uitzien om daar ook te landen.
Het opbouwen van de hut en het ingraven van de vanginstallatie neemt alles bij elkaar ongeveer 3 dagen in beslag. Daarna kan het invliegen en trainen van de (jonge) handtamme lokganzen beginnen. Daarbij is voorzichtigheid geboden, omdat de lokganzen immers kunnen vliegen. In de beginperiode kan een overvliegende roofvogel of een blauwe reiger met name de jonge ganzen zoveel schrik aanjagen dat ze wegvliegen en in het ergste geval zoekraken omdat ze de weg naar de vangplaats niet meer terug kunnen vinden. Daarom is voorzichtigheid in de beginperiode geboden. Afhankelijk hoe het loopt kan het enkele dagen tot twee weken duren voordat de ganzenvanger en zijn handtamme lokganzen helemaal gereed zijn en de vangst kan beginnen.